Ufo’s en een rekensommetje
- Marc Broux

- 7 jun
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 9 jun
Het ufo-verschijnsel is wereldomvattend. Zeer veel mensen zagen reeds één of ander niet-geïdentificeerd vliegend object. Volgens een berekening van Claude Poher zou 7% van de bevolking van Frankrijk eens in haar leven een ufo waarnemen gezien hebben. Dit zou betekenen dat er onder de 52 miljoen Fransen, 3,5 miljoen ufo-waarnemers gedaan zijn!!
Pierre Guérin (onderzoeker) beweert over een dossier van 35.000 waarnemingen te beschikken en Dr. Saunders, een Amerikaans psycholoog, heeft de gegevens van 80.000 waarnemingen met een computer gecatalogiseerd. Bij de Belgische ufo-golf van 1989-1991 beweerd Sobeps (ufo-organisatie) over 20.000 dossiers te beschikken van personen die de driehoek zouden gezien hebben. Twintigduizend!! Als je dan vraagt deze te mogen inzien, is er een ‘non’ (frans voor neen). Dat zijn indrukwekkende getallen. Maar zijn ze waar!?
Mijn scepticisme wordt hierdoor echter niet verminderd, integendeel. Guérin zal zeggen dat wij ‘dogmatische rationalisten’ zijn. Toch zijn wij niet sceptisch omwille van vooropgestelde ideeën, want we hebben het ufo-fenomeen grondig bestudeerd. Onze overtuiging is gefundeerd op een aantal vaststellingen. Het overgrote deel van de waargenomen ufo's is te herleiden tot goed en mindergoed bekende natuurverschijnselen, of verschijnselen in verband met lucht- en ruimtevaart (bvb. satellieten). Voor veel gevallen kan dit redelijk gemakkelijk en duidelijk aangetoond worden. Het zijn dus geen ufo’s meer, maar ifo’s. Van alle ufo-meldingen blijft dan nog een kern over van ‘niet meteen te verklaren waarnemingen’. Dit ‘residu’ omvat volgens de meest optimistische bronnen nog 20% van het oorspronkelijk aantal waarnemingen, maar als men volgens zeer strenge criteria tewerk gaat wordt dit herleid tot hooguit 1%.
Ufologen hechten allemaal groot belang aan dit residu, dat een aantal zeer overtuigende en indrukwekkende ufo-waarnemingen omvat, waaruit het bestaan van onbekende fantastische fenomenen of bemande interstellaire toestellen zou volgen. Het blijkt nu dat ook deze residu-gevallen kunnen verklaard worden, als men over voldoende gegevens beschikt. Het residu wordt bijgevolg kleiner als men met scherpzinnigheid en doorzettingsvermogen tewerk gaat. De meeste ‘believers’ weigeren hun vroeger geuite meningen te herzien als het duidelijk verklaarde gevallen betreft. Ze hebben een onvoorwaardelijk geloof in hypnose en leugendetector, ze voeren geen controleproeven uit, ze onderzoeken nooit de reacties van getuigen op onverwachte verschijnselen.
Waarom blijven er dan nog ufo-gevallen over, waarvoor met de beste wil van de wereld geen verklaring gevonden kan worden? Wel een klein aantal gevallen berust op bedrog, na een bekentenis van de dader(s) zullen deze gevallen verklaard kunnen worden, zoals meerdere malen gebeurde met beroemde ufo-foto’s en getuigen. De meeste waarnemingen zijn gewoon waardeloos omdat de waarnemingsfouten te groot zijn. Eenzelfde fractie zinledige waarnemingen komt ook voor bij gelijk welke vorm van wetenschappelijk observeren en experimenteren. Deze ufo's zullen steeds ongeïdentificeerd blijven en we hoeven er ons niet meer druk over te maken. Tenslotte kunnen enkele waarnemingen betrekking hebben op zeldzame en vrijwel onbekende natuurfenomenen. Een ernstig wetenschappelijk onderzoek zal dan uiteindelijk wel opheldering brengen. Dit onderzoek behoort tot het domein van de geofysica, de atmosferische fysica, de plasmafysica en de biologie. Elk verschijnsel, en dus ook het ufo-fenomeen, is een wetenschappelijke studie waard. Wetenschappelijk onderzoek vergt echter een goede methode. We kunnen instemmen met de onderzoeksmethode die door bepaalde ufo-studiegroepen wordt gevolgd: onderzoek van de topografische gegevens, vergelijking van de waargenomen karakteristieken met astronomische verschijnselen en met gegevens uit de lucht- en ruimtevaart, om dan een confrontatie aan te gaan met de getuigen me hun eerste rapport.
Andere problemen wachten op een grondiger studie. Bijvoorbeeld, welke verschijnselen laten sporen op de bodem na? Welke vliegtuigeffecten kan men waarnemen? Hoe ontstaan radar angels? Onze mening van believers verschilt grondig met deze van de meeste ufo-studie-groepen wat betreft de betekenis van het ufo-fenomeen. Wij zijn er rotsvast van overtuigd dat de conclusies uit de 'echte' ufo-waarnemingen via de residumethode absoluut geen zin hebben, als gevolg van de te grote waarnemingsfouten en ontbrekende gegevens. Een paar gevallen uit dit residu kunnen betrekking hebben op nog vrijwel onbekende natuurverschijnselen. Voor de andere mening, dat ufo's iets te maken hebben met buitenaardse ruimte-expedities bestaat niet de minste aanwijzing. De argumenten die ‘believers’ aanhalen om deze overtuiging te staven zijn ofwel zeer zwak en gemakkelijk te weerleggen op wetenschappelijke gronden. De uitlating dat het ufo-verschijnsel niet zou passen in ons ruimte-tijdkader is een losse bewering die evenmin door bewijzen gesteund wordt en dus eveneens kan verworpen worden. Ik heb duidelijk aangetoond dat het ufo-verschijnsel zijn oorzaak vindt in een fundamentele angst, hoe het verder gestalte krijgt via gebrekkige en foutieve waarnemingen en waarnemingen van minder bekende verschijnselen. Het wordt dan versterkt door de communicatiemedia die het zo lang mogelijk in stand wensen te houden.
Het is hoognodig dat er wat meer wetenschappelijke discipline aan de dag gelegd wordt. Hier ligt een taak voor mensen uit de wetenschappelijke wereld, in het bijzonder voor beroeps- en amateurastronomen. Zij kunnen het publiek opvoeden en wijzen op de wonderlijke en toch zo weinig gekende verschijnselen in de natuur rondom ons, en op de gecompliceerdheid van de waarnemer zelf en de waarneming. Wij moeten leren leven met een aantal onopgeloste ufo-gevallen omwille van de beperktheid van het menselijk waarnemen en van de fundamentele onvolmaaktheid van onze kennis. De wetenschapsmensen hebben niet steeds op voldoende wijze hun kennis overgedragen op de leken. Zij beschouwden dit dikwijls als niet-verenigbaar met hun status of soms ook als tijdverspilling. De gehele pseudowetenschappen die rondom het ufo-verschijnsel geweven werd, miskent op flagrante wijze de ongebreidelde menselijke verbeeldingskracht, de studie van het menselijke waarnemen en de psychologische context.
Veel ufo’s zouden meteen hun verklaring als normaal astronomisch- of natuurverschijnsel gekregen hebben als de alledaagse waarnemer een betere kennis van de natuur had.
Peter Hassler




Opmerkingen