U.F.O’s, ufo’s, of U.A.P.’s?
- Marc Broux

- 16 mei
- 14 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 7 jun

De definitie van ufo’s
Ufo-rapporten zijn in het algemeen anekdotisch, ze worden door te weinig feiten gesteund en zijn daardoor vaak ongeloofwaardig. Het ufo-probleem is vertroebeld doordat vaak wordt beweerd dat het alleen zou gaan om ‘kleine groene mannetjes uit de ruimte’. Het ligt voor de hand dat wat we willen onderzoeken, eerst duidelijk moet worden bepaald. Ufo’s bestaan voor de meeste onder ons alleen in de vorm van meldingen die men in kranten, tijdschriften of sensatiebladen kan lezen. Voor de waarnemer zelf zijn ufo’s daarentegen een bijzonder intense persoonlijke ervaring. Het probleem wordt nog ingewikkelder door het feit dat de meeste ufo-meldingen uitermate frustrerend zijn en niet-reproduceerbaar. Daardoor zijn ze ook ‘wetenschappelijk’ oninteressant. Wetenschappers verwachten dat de gegevens aangereikt worden in de vorm die zij gewend zijn zoals foto's, kaarten, grafieken, tabellen enz... Anderzijds moeten ze bestudeerbaar zijn met instrumenten. We kunnen ze wel ‘reconstrueren’, maar dat is dan in grote mate afhankelijk van getuigen.
Toch vallen er in de ufo-meldingen een aantal vaste patronen te bespeuren. De ‘grenzen van de vreemdheid’ van ufo-meldingen zijn tamelijk beperkt. Wij ontvangen bijvoorbeeld geen meldingen van ondersteboven vliegende dinosaurussen, van een onbekend vliegend object dat zich in de grond boort of van vliegende roze olifanten (ten zij je stevig gedronken hebt). Wat de vreemdheid van de ufo-meldingen zo beperkt is dat er wél sprake is van een uitgesproken patroon van vreemde vliegende objecten. En juist omdat het spectrum van de meldingen zo klein is, kan men ze bestuderen. Als iedere vreemde melding een opzichzelfstaand geval was en als alle meldingen bij elkaar genomen alle denkbare vreemde waarnemingen zouden omvatten, zou het wetenschappelijk onderzoek van een dergelijk chaotisch geheel totaal onmogelijk zijn wegens de afwezigheid van patronen van gegevens en van een zekere mate van herhaling. Ufo-meldingen lenen zich tot een zekere classificatie binnen de begrenzingen van hun vreemdheid.
Als wij de Ufo-verhalen van getuigen lezen, kunnen Ufo’s verschillende vormen aannemen zoals: bolvormig, rond, lens- of kubusvormig, driehoekig zijn, kortweg alle meetkundige vormen, zelfs schotelvormig. Ze kunnen ramen, patrijspoorten, openingen of gaten hebben, maar ze kunnen ook volstrekt glad en effen zijn. Bij sommigen kan men er dwars doorheen kijken, bij andere is het omhulsel schijnbaar soepel en buigzaam. Maar meestal worden ze beschreven als stevig, van metaal. Zij vertonen alle kleuren van de regenboog, hebben lichten, baden in een halo, stralen licht uit, weerka0atsen licht of zijn lichtbollen. Zij tasten blijkbaar de grond af met sterke zoekstralen of naald dunne lichtstreepjes. Zij doen zich voor als rechte of gebogen lichtbundels of als scherp afgetekende lichtblokken. Zij roteren, hangen roerloos enkele meters boven de grond of scheren over daken en boomtoppen. Ufo’s landen en laten sporen na. Ze blijven ter plaatse hangen, verplaatsen zich razendsnel of tergend langzaam door de lucht. Zij maken scherpe korte bochten, keren op hun vlieglijn terug, zigzaggen, maken sprongen, verschijnen of verdwijnen in en uit het niets. Zij veranderen tijdens hun vlucht wel eens van vorm, zijn meestal alleen maar soms in groep, duiken in zee of stijgen eruit op. Sommigen maken geluiden als zoemende stofzuigers, andere hoor je niet. Zij brengen dieren aan het schrikken of paralyseren mensen. Ze zijn blijkbaar erg geïnteresseerd in onze technologieën, buigen lichtstralen van auto’s om of doen kompassen afwijken. Kortom, je kunt het zo gek niet verzinnen in kleur, vorm, beweging of snelheid, ufo’s doen het allemaal. Een logisch verband tussen al deze prestaties heeft tot op heden nog niemand ontdekt. En toch blijkt er een duidelijk ufo-patroon te bestaan. We zeiden het al, ufologie is een zeer boeiende, maar complexe mysterie.
Definitie van de term U. F. O.
Van de honderden boeken en tijdschriften die aan ufo’s zijn gewijd, is een groot gedeelte samengesteld uit sensationele verhalen die zo goed als zeker niet op waarheid berusten. Ze bestaan uit interpretaties waarvan de oorsprong kan worden gevonden in een psychologische of culturele reactie. Hierbij kan de volgende vraag gesteld worden: “Speelt datgene wat ufo’s vertegenwoordigen niet een veel grotere rol dan wat ufo’s eigenlijk zijn”?
Een definitie of begripsbepaling moet zoveel kenmerken van een gegeven begrip opsommen, dat daardoor alle andere begrippen worden uitgesloten. Unidentified Flying Object, het is interessant een definitie te geven van wat men nu eigenlijk precies met U.F.O’s bedoelt. Laten we vooreerst deze Engelse term vertalen naar het Nederlands: een niet geïdentificeerd vliegend voorwerp, hierbij beginnen de problemen al. Voor wie is het een niet geïdentificeerd vliegend voorwerp? Voor de waarnemer, de onderzoeker of de wetenschapper? En in welke omstandigheden? Een ufo is niet per definitie een ‘vliegend voorwerp’! Bij een ufo blijft men in het ongewisse over wat het is. Bij een ‘vliegend voorwerp’ geeft men al een bepaalde ‘beweging’ aan, namelijk het vliegt.
Maar er worden minstens evenveel waarnemingen gedaan van fenomenen op de grond of er net boven, of op plaatsen waar men ze eigenlijk niet vermoedt (zoals binnenshuis, onder water of in de ruimte). Het moet dus niet echt vliegen. En ten slotte moet een ufo geen ‘object’ zijn, want anders heeft men het reeds geïdentificeerd. Eigenlijk moeten wij de vraag stellen: wat wijst er naast alle verslagen, beweringen en overtuigend bewijsmateriaal op het bestaan van voorwerpen waarvan in werkelijkheid het bestaan niet bekend is en die geen illusies zijn van dingen die ooit hebben bestaan, maar die echt zijn en die nieuw zijn voor de wetenschap. (Ik geef toe dat dit een doordenkertje is).
De term ufo staat niet alleen. Sommige onderzoekers gebruiken wel eens de term A.O.P of Anomalistic Observational Phenomena, in het Nederlands: een Onregelmatig Waarneembaar Fenomeen. Nog anderen spreken over O.V.V of Onverklaarbaar Vliegend Voorwerp. De Vlaamse wetenschapsjournalist Lode Willems van het weekblad Knack blijft de onmogelijke term O.D.I.L. gebruiken, of Onbekende Dingen In de Lucht. Maar die poging tot verrijking van onze taal is tot zijn stil verdriet mislukt. Ufo is een zo wereldwijd verspreide en bekende term geworden dat het aanbrengen van een nieuwe naam om ufo’s aan te duiden onbegonnen werk is. Toch wordt er nu een nieuwe naam aan U.F.O’s gegeven namelijk, U.A.O of Unidentified Aerial Objects of U.A.P. Unidentified Aerial Phenomenon, wat in beide gevallen in het Nederlands wil zeggen: Ongeïdentificeerd Luchtverschijnsel. De term UAP wordt sinds de jaren 2000 (vooral na 2010) vaker gebruikt in officiële kringen (zoals het Pentagon, NASA) als alternatief voor UFO (Unidentified Flying Object) om het stigma’s rond "UFO’s" (als aliens, sciencefiction, complotten) te vermijden en het onderwerp meer een wetenschappelijk neutraal benaderen te geven. UAP's kunnen uiteindelijk wel geïdentificeerd worden als bijvoorbeeld vliegtuigen, drones, weersverschijnselen of optische illusies.
wat – toegegeven – een betere omschrijving is. Het woord U.F.O of ufo’s is te fel beladen als ‘buitenaardse tuigen/wezens. We moeten het dus doen met deze term, maar we kunnen er wel een betere omschrijving aan geven. De meeste onderzoekers zijn het erover eens dat met ufo’s bedoeld wordt: “Een fenomeen dat na onderzoek nog steeds onbekend is”.
Na, straks, 80 jaar van intensief onderzoek naar wereldwijde ufo-waarnemingen is vast komen te staan dat er inderdaad U.F.O’s bestaan. Daarover is men het eens. Maar over wat ze zijn, bestaan verschillende hypothesen. Dit boek “80 jaar Ufologie: U.F.O.’s bestaan, ufo’s niet” is dus een vervolg op een vaststelling. Wij moeten nu bepalen wat ufo’s kunnen zijn, willen we er meer grip op krijgen voor een verder doorgedreven onderzoek. Dat zal niet eenvoudig zijn want we moeten rekening houden met tal van mogelijkheden. Ufologie is niet alleen het onderzoek naar vreemde licht- of luchtverschijnselen, het omvat veel meer. Ik heb hieronder een kleine greep van wetenschappelijke vakken neergeschreven die rechtstreeks te maken hebben met het ufo-onderzoek. Dat begint met astronomie, apologie, biologie, chemie, mathematica, geologie, mythologie, geometrie, meteorologie, psychologie, kosmologie, natuurkunde, filosofie, evolutieleer, mensenkennis, oudheidkunde, futurologie, geografie, theologie, optica, theosofie, exobiologie, docetisme, antroposofie, parapsychologie, protologie en metafysica. Ik heb me nog beperkt want je kunt er bijvoorbeeld ook nog thaumatologie, etnologie, fysiologie, kinematica, heterodixie, semasiologie, sociologie, cultuurwetenschappen en religie aan toevoegen. Kortom van aerologie over psycholinguïstiek tot zoölogie.
Definitie van het verschijnsel
Het onderzoek van rapporten over waarnemingen van ongeïdentificeerde vliegende voorwerpen gaat met allerlei moeilijkheden gepaard. Misschien is dat juist zo omdat het ufo-probleem zo controversieel en emotioneel geladen is. Toch kunnen de ufo-verschijnselen die onderzocht worden wel degelijke interessante gegevens opleveren. Er kunnen nieuwe tot op het heden onbekende weerkundige, natuurkundige, psychologische of andere verschijnselen bij zijn, waarvan de bestudering alleszins gerechtvaardigd is. Het interpreteren van deze gevallen zou niet zo moeilijk zijn indien we geen rekening hoefden te houden met een aantal bijkomende aspecten:
Er is een bijna eindeloze variatie in de voorwerpen die worden waargenomen, alsook in de gedragingen ervan. Toch worden er geen onmogelijke voorwerpen gezien, bvb een omgekeerd vrachtschip.
Waar de ‘waargenomen toestellen’ voor dienen blijft duister. Naar menselijke maatstaven lijken ze vaak irrationeel.
ufo’s gaan vaak samen met het verschijnen van menselijke figuren en met paranormale manifestaties, die lijken op de zogenaamde poltergeistverschijnselen.
De geest van de individuele getuige wordt op de één of andere manier beïnvloedt door zijn waarneming. Hij reageert sterk emotioneel en zijn karakter veranderd ten goede of ten slechte.
‘Er is een tastbaar bewijsmateriaal’, soms is dit ondubbelzinnig en ondersteund het de bewering van de getuige, bijvoorbeeld wanneer er sporen zijn op de plaats waar kennelijk de landing heeft plaats gevonden.
Er zijn vaak sociale aspecten verbonden aan de ufo-waarnemingen, ze komen vaak in golven en locaties voor, beter bekend als ‘venstergebieden’. We moeten nagaan of deze samenhang echt bestaat.
ufo-waarnemingen komen sterk overeen met vele voorvallen uit de folklore en zelfs uit de sciencefiction. Er dient onderzocht te worden of in alle gevallen eenzelfde proces werkzaamst.
Definitie van een ufo-waarneming
Het was professor Hynek die als eerste de vele ufo-waarnemingen in categorieën indeelde. Later kwamen daar nog een aantal andere categorieën bij, zodat we op dit ogenblik over een tiental indelingen beschikken. We kunnen ze in twee grotere groepen opsplitsen:
Ufo’s die van nabij worden gezien.
Ufo’s die op grote afstand in de lucht of in de ruimte worden waargenomen.
De eerste groep biedt de beste mogelijkheid voor wetenschappelijk onderzoek.
Nocturnal Lights: Een typisch 'nachtelijk licht' is een heldere lichtbron van onbepaalde grootte en variërend van kleur. Het volgt een baan die niet kan worden toegeschreven aan enig bekend voorwerp, maar lijkt wel intelligent bestuurd te zijn. Nachtelijke lichten trekken gewoonlijk de aandacht door hun ongewone, met de traagheidswetten spottende bewegingen.
Daylight Disc: De naam 'daglichtschijf' is een algemeen bruikbare term omdat het merendeel van de waarnemingen overdag gedaan worden. Hoewel de vormen die deze objecten aannemen talrijk zijn, kwam uit deze categorie de naam 'vliegende schotel' voort. Van dit type ufo’s wordt soms gemeld dat ze de grond dicht naderen, boven de grond zweven of landingen maken. Er wordt ook wel eens een zoemend geluid gehoord.
Radarvisuele: De derde groep ufo’s die niet direct binnen het referentiekader van de waarnemer vallen, zijn ‘de radarvisuele meldingen’. Die zijn erg belangrijk vanwege de dubbele bevestiging van de ufo-melding. Maar radars kunnen ook schijnbeelden opleveren (inversie, grondstoringen, enz…) zodat ze op zichzelf onvoldoende betrouwbaar zijn als bewijsmateriaal. Gecombineerd met visuele meldingen zijn ze niet alleen van groot belang voor het aantonen van ‘vreemde objecten of blieps’, maar bovendien kan de radar gegevens verschaffen over de baan en het gedrag van een ufo.
Definitie van de waarnemer
Wat voor mensen zijn het eigenlijk die ufo’s melden? Zijn de getuigen geestelijk gestoorden of fantasten? Zijn het labiele personen zoals men op grond van de aard van de rapportering zou verwachten? Nee, als dat zo was, zouden de ufo’s al lang opgehouden hebben onze gevestigde wetenschappelijke inzichten te tarten. Ufo’s worden ook gemeld door wetenschappelijk getrainde mensen met verantwoordelijke functies bij de overheid, in het leger, in de industrie en door personen die op grond van hun opleiding als absoluut onberispelijk in elke andere situatie beschouwd worden. Het is zelfs zo dat labiele personen zelden of nooit ufo-waarnemingen rapporteren. En als ze het al doen, kunnen hun rapporten in het algemeen snel afgehandeld worden ten gevolge van het verwarde karakter. Het materiaal dat wijst op het bestaan van ufo’s omvat vooral de getuigenissen van betrouwbare waarnemingen. Dit betekent dat het lijdt aan alle fouten en vervormingen die nu eenmaal optreden wanneer waarnemers een getuigenverslag moeten geven. Getuigen van ufo-verschijnselen zijn, zoals alle getuigen, producten van hun tijd en culturele omgeving. Er is in de meeste gevallen geen reden om aan de oprechtheid van de getuigen te twijfelen. Maar sociale factoren hebben onvermijdelijk hun invloed op de beschrijving die zij over hun avontuur geven. Zij zien iets dat ze niet kunnen verklaren in de omgeving die zij kennen en zoeken automatisch, maar niet bewust, naar een manier om wat ze hebben waargenomen in één of ander ‘logisch’ verband te brengen. Onvermijdelijk hebben ze de neiging dat te doen op een wijze die past bij hun sociale achtergrond en hun persoonlijk geloof! Met andere woorden: mensen hebben het natuurlijke verlangen het onbekende voorwerp in te passen in hun consensusrelatie of het geheel van dingen waarvan wordt aanvaard dat ze echt bestaan.
Definitie van een melding
Wanneer alle ufo-waarnemingen konden worden verklaard vanuit die dingen die we al kennen, zou het probleem eenvoudig op te lossen zijn. Dan zou bij elke waarneming een uitleg worden gezocht die er het best bij past. Maar er zijn heel wat gevallen waarin het uiterlijke gedrag van het voorwerp zo sterk verschilt van alles wat we kennen, dat men moet vaststellen dat de getuige liegt, zich heeft vergist of iets heeft gezien waar geen verklaring voor te vinden is vanuit de kennis die we momenteel bezitten. Als de getuigen die deze gevallen hebben gemeld de waarheid hebben verteld, dan hebben ze iets gezien dat onbekend is voor de menselijke wetenschap. Wanneer ze zouden gelogen hebben of gehallucineerd, dan doet er zich een sociaal verschijnsel voor dat op zich uniek is in de geschiedenis van de mens.
Een ufo-melding is een verklaring van een persoon of meerdere personen die volgens algemeen geaccepteerde normen zich van hun verantwoordelijkheid bewust en psychisch normaal zijn en die een met hun eigen ogen of met behulp van instrumenten verrichte waarneming beschrijven van een voorwerp of een lichtverschijnsel in de lucht of op de grond en van veronderstelde fysische effecten daarvan, die niet overeenkomen met enig bekend fysisch verschijnsel of proces.
Definitie van close encounters
De categorie van ufo’s die 'close encounters' genoemd wordt, is die waarin ufo’s gezien worden op korte afstand van de waarnemer en waarbij de kans op een verkeerde interpretatie van bekende voorwerpen zeer gering is. Deze categorie kan in vijf subgroepen ingedeeld worden: de Close Encounters van de 1ste , 2de, 3de, 4de en 5de groep, in termen van de ufologie uitgedrukt als CE I, CE II, CE III, CE IV en CE V. Onderstaand vindt u de uitleg:
Close encounters of the first kind (CE I): Hiervoor geldt de algemene regel dat het voorwerp binnen een straal van 150 tot 250 meter wordt gezien, op de grond of in de lucht en er bestaat geen interactie tussen de ufo en de omgeving.
Close encounters of the second kind (CE II): de ufo heeft tastbare sporen van zijn aanwezigheid achtergelaten, zoals indrukken in de bodem (waaruit afmetingen en gewicht van het object kunnen worden afgeleid). Ook sporen van afgebroken takken, verschroeide aarde en vegetatie komen in aanmerking. Verder worden er meestal fysiologische effecten op de waarnemer vastgesteld, valt het licht uit of slaan (auto)motoren af. Deze groep begint interessanter te worden voor de wetenschapper omdat hier het anekdotische karakter van het verschijnsel vervangen is door feitenmateriaal dat in laboratoria onderzocht kan worden.
Close encounters of the third kind (CE III): bij deze subgroep worden ufonauten gezien in de nabijheid van hun ‘ruimtetuig’, of vindt er zelfs een ontmoeting plaats. De waarneming wordt ‘meestal’ door één persoon gedaan, in sommige gevallen zijn er meerdere getuigen. Voor het wetenschappelijk onderzoek is deze groep momenteel de interessantste. Hier wordt namelijk melding gemaakt van een ontmoeting met humanoïden, buitenaardse of ufonauten in hun klaarblijkelijk voertuig, met andere woorden het ultieme bewijs van buitenaardse intelligentie en van de ruimtetuigen die er bijhoren.
Close encounters of the fourth kind (CE IV): Hierbij gaat de ontmoeting met de buitenaardse verder. De waarnemer wordt ‘ontvoerd’ (abductions) en lichamelijk onderzocht ofschoon hij zich niet altijd bewust is van zijn ontvoering. De laatste 10 jaar is men deze groep van waarnemingsverslagen meer en beter gaan onderzoeken, waarbij de pro’s beweren dat dit ‘het’ bewijs is, terwijl de contra’s aanvoeren dat er eigenlijk nooit ‘een hard’ bewijs bestaat van een dergelijk ontvoeringverhaal.
Close encounters of the fifth kind (CE V) of ‘Bedroominvaders’: Getuigen vertellen dat in hun woonkamer, of vaker nog in de slaapkamer, (buitenaardse) creaturen aanwezig waren die een vorm van lichamelijk onderzoek deden of (telepathische) gesprekken voerden. Ook deze vormen van ‘gedachte overdracht’ krijgen de laatste jaren meer aandacht.
Space Lights: Dit zijn waarnemingen die door astronauten en astronomen zijn vastgelegd. Zo zijn er enkele serieuze gevallen bekend waarbij astronauten vreemde lichtfenomenen in de ruimte gezien en gefilmd hebben. Minder bekend zijn de waarnemingen van astronomen tijdens hun nachtelijke observaties, maar ook hier zijn enkele merkwaardige verschijnselen opgetekend. Naast deze indeling zijn er nog andere categorieën zoals: ‘Under Water Objects’, ‘ufo-crashes’, ‘medium-contactees’, enz... Die krijg je in de loop van het boek te lezen.
Definitie van de wetenschap
Gelukkig is er de laatste jaren onder de wetenschapsmensen een groeiende belangstelling voor ufo’s op te merken. Die gaat gepaard met een grotere openheid ten aanzien van het probleem. Voor zover het de wetenschappelijke benadering van het ufo-probleem betreft, is het uiteindelijke doel een hypothese, of later een theorie te ontwikkelen. Gezien de elementen van het ufo-verschijnsel zal een dergelijke hypothese noodzakelijkerwijze ongewoon zijn. Niels Bohr, een Amerikaanse wetenschapper zei het als volgt: “Vooruitgang in de wetenschap is niet mogelijk zonder een paradox. Omdat nieuwe hypothesen op de één of andere manier de huidige kennis als springplank moeten gebruiken, is het een nuchtere gedachte dat de kloof tussen de bekende inzichten en de formulering van een aanvaardbare hypothese voor het ufo-fenomeen, wel eens te groot kan zijn om ze in onze tijd te overbruggen”.
Het is inderdaad ontnuchterend, maar ook uitdagend te bedenken dat het gehele ufo-verschijnsel in al zijn verwarrende structuren misschien slechts een aankondiging is van een domein uit de natuurkunde, dat tot nu toe nog onbekend is. Er kunnen al bruikbare hypothesen zijn, toegankelijk voor de huidige analysemethoden. Een gevolg van het gebrek aan interesse van officiële zijde is dat het onderzoek naar waarnemingen en het bestuderen van het verschijnsel zijn overgelaten aan groepjes van mensen die vinden dat ufo’s wel serieuze aandacht verdienen. Ufo-onderzoekers verschillen wel eens wat betreft doeltreffendheid en deskundigheid. Aan de ene kant heb je plaatselijke clubs van ufo-verkenners met een minimum aan achtergrondkennis en een minimaal besef van de bredere context van het fenomeen.
Voor hen kan gesteld worden dat ufologie nauwelijks meer is dan sciencefiction die werkelijkheid wordt. In de beginjaren van de ufologie schoten die soort clubjes als paddenstoelen uit de grond. Gelukkig is daar een eind aan gekomen en verdwijnen ze zoals ze gekomen zijn, al lopen er nog bepaalde ‘Pipo’s’ rond met de naam van bvb. Bart U. In plaats daarvan wordt meer en meer gekozen voor een ernstige wetenschappelijke aanpak, en dat heeft een aantal grondig onderzochte gevallen opgeleverd. Om te voorkomen dat er willekeurig zou worden gewerkt, hebben ufologen geprobeerd objectieve uitgangspunten te ontwikkelen voor het onderzoek. Er zijn meerdere verdienstelijke pogingen ondernomen om complete lijsten samen te stellen van ufo-waarnemingen in de hoop dat die patronen zouden opleveren waaruit conclusies konden getrokken worden. Maar een dergelijke lijst is beperkt en niets meer waard dan het materiaal dat erin gestopt is. De kwaliteit blijft afhankelijk van de normen die de oorspronkelijke rapporteur zich heeft gesteld. Wie probeert het verschijnsel ufo in zijn wereldwijd verband te analyseren, moet dan ook grote terughoudendheid betrachten.
Een wereldwijd verschijnsel
Voor zover publiekelijk bekent, wordt er over de hele wereld door officiële instanties zo goed als geen onderzoek meer gedaan naar het ufo-fenomeen. Gedurende enige tijd, in de jaren vijftig en zestig, toen het fenomeen ruime aandacht kreeg werd gedacht dat ufo’s wellicht militaire dreigingen vormden. Het Amerikaanse leger heeft dan enkele pogingen gedaan om te komen tot een studie van het fenomeen. Maar toen deze studies aantoonden dat ufo’s de veiligheid van de Verenigde Staten niet bedreigden, werd afgezien van verder onderzoek.
Dat soort officieel onderzoek gebeurde eveneens in de beginjaren zeventig in Frankrijk en van 1989 tot 1992 in België en nog later in 2022 door NASA en het Pentagon afdeling defensie. Als je bekijkt hoe al de ufo-meldingen over de wereld zijn verdeeld, dan doen er zich opvallende verschillen voor. In verhouding tot de oppervlakte of het aantal inwoners van andere landen is het aantal meldingen in de Verenigde Staten buiten alle proporties. Het staat echter wel vast dat dit komt omdat de rapportagemachine in de VS beter werkt dan elders. Een waarneming die gedaan wordt in Amerika heeft meer kansen bekend te worden dan eentje in India of Java, al is de bevolking groter. Het hoeft ons dus niet te verbazen dat een land meer ufo-gevallen kent naarmate het ook meer ontwikkeld is, wat tegelijk weer een aanwijzing is dat het sociale aspect van de ufologie niet mag verwaarloosd worden.
Mijn mening
Het ufo-fenomeen bestaat zonder meer. Dit feit alleen al moet een uitdaging voor de wetenschap zijn, en niet een struikelblok. Het belachelijk maken is geen onderdeel van de wetenschappelijke methoden en mag zeker niet gebruikt worden bij de studie van ongeïdentificeerde vliegende voorwerpen. Samenvattend kan worden gezegd dat de volgende feiten duidelijk vaststaan:
Er bestaan rapporten van ufo-waarnemingen die waardevol en toegankelijk zijn voor studie. Deze staan geheel los van voorstellingen van fantasten en fanatici.
Een groot aantal ufo-meldingen kan door competente onderzoekers gemakkelijk verklaard worden en hebben dus geen betrekking op ufo’s volgens de hier gehanteerde definities.
Ze zijn statistisch over de hele wereld verspreid, komen vaak van ver uiteenliggende
plaatsen, maar de inhoud en de geloofwaardigheid stemmen toch grotendeels overeen.
In het algemeen bevatten ze beschrijvingen die niet overeenstemmen met enig bekend psychologisch verschijnsel, voorwerp of proces.
Definitie van UAP’s
Zoals ik hierboven schreef zijn UAP’s nu de nieuwe term die gebruikt wordt voor ufo’s. De term is geëvolueerd naar een neutralere en meer wetenschappelijke betekenis van waarnemingen aan de hemel die niet direct kunnen worden geïdentificeerd als ‘ongeïdentificeerde luchtfenomenen’ of ‘ongeïdentificeerde aeronautische fenomenen’.
De term UAP vervangt steeds vaker het oudere begrip "UFO" (Unidentified Flying Object), omdat het een wetenschappelijke en minder gestigmatiseerde benadering interpretatie. UAP's blijven onverklaard zelfs na diepgaande analyse door experts, vaak vanwege beperkte data of afwijkende gedragskenmerken. UAP's observaties zijn die nader onderzoek behoeven en waarvan de meeste worden toegelicht. Dit versterkt de eerdere definitie en reguleert de verwachtingen over hun oorsprong. UAP's bestaan uit misidentificaties tot onverklaarbare anomalieën. Slechts een klein percentage blijft mysterieus, maar die gevallen drijven wetenschappelijke en militaire interesse aan. Overheden zoals de VS nemen UAP's nu serieuzer vanwege mogelijke veiligheidsrisico's van technologische doorbraken.
Marc Broux Ufoloog, schrijver, en nieuwsgierig mens




Opmerkingen